Wanneer de verantwoordelijke docent of surveillant vermoedt dat er sprake kan zijn van fraude en/of plagiaat deelt hij/zij dit direct mee aan de student en tevens schriftelijk aan de examencommissie onder overlegging van de schriftelijke stukken en bevindingen. De examencommissie stelt de student binnen een termijn van 10 werkdagen na melding in de gelegenheid te worden gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de student schriftelijk haar besluit en de sancties mede binnen een termijn van drie weken, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid. Indien plagiaat wordt geconstateerd of vermoed in een bepaald werkstuk, kan de examencommissie besluiten eerder door dezelfde student(en) ingeleverde werkstukken te onderzoeken op plagiaat. De student is verplicht aan een dergelijk onderzoek mee te werken en kan worden verplicht digitale versies van eerdere werkstukken aan te leveren.

De examencommissie heeft de bevoegdheid om sancties op te leggen. Sancties kunnen o.a. zijn: een berisping, het ongeldig verklaren van een toetsingsresultaat, het ongeldig verklaren van eerder behaalde resultaten, wanneer daarin alsnog plagiaat wordt geconstateerd, uitsluiting van deelname aan een of meerdere toetsen gedurende een periode van maximaal 12 maanden.

Zoals is vastgelegd in de WHW, artikel 7.12b.2, kan bij ernstige fraude het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief beƫindigen. Als tijdens de studie geconstateerd wordt dat er fraude is gepleegd tijdens het aanmeldingsproces volgt alsnog uitschrijving.

Indien na onderzoek blijkt dat eerder in de studie plagiaat is gepleegd, kan de examencommissie besluiten eerder behaalde resultaten van onderdelen waarbij plagiaat is vastgesteld, ongeldig te verklaren.

De examencommissie archiveert de documentatie rondom plagiaat en fraude.

Delen