Naar inhoud
Reinwardt AcademieReinwardt AcademieReinwardt Academie
Reinwardt AcademieReinwardt AcademieReinwardt AcademieReinwardt AcademieReinwardt AcademieReinwardt Academie

Studiegids

Bachelor Cultureel erfgoed
 

Programmaoverzicht

 

Jaarplanning

 

Studielast

 

Toetsoverzicht

 

Lestijden

Eerste studiejaar

In het eerste studiejaar maak je kennis met de complexiteit van het erfgoedbegrip en het erfgoedveld. Je leert niet alleen te kijken naar erfgoed, maar ook (of juist) naar de complexe dynamiek eromheen. Wat is het erfgoed? Is het materieel, immaterieel of ruimtelijk? Wat is de (maatschappelijke) context? En wie zijn belanghebbenden? Een vast kader van basisbegrippen en onderzoeksmethoden geeft houvast.

In het eerste jaar krijg je de benodigde basis aangeleerd en maak je kennis met het brede erfgoedperspectief. De onderwijseenheden geven een compacte afspiegeling van de gehele opleiding. In het eerste semester ligt de nadruk op het observeren (oordeel uitstellen) en analyseren (waarderen), in het tweede semester op handelen (toepassen en uitproberen) en evalueren (concluderen).

Het werkterrein bestaat in het eerste jaar uit de nabije context: Nederland en de directe omgeving van de academie. Daar vinden we tal van musea, monumenten, parken, de Hortus Botanicus en Artis, maar ook een rijke alledaagse cultuur met tal van tradities en gebruiken.

We bieden je tien onderwijseenheden waarmee je een goed overzicht krijgt van het erfgoed domein.

Onderwijseenheden (OE's) jaar 1
onderwijseenheid 01 Erfgoedprofessional
onderwijseenheid 02 Erfgoedbeleving
onderwijseenheid 03 Erfgoedvorming
onderwijseenheid 04 Cultuurgeschiedenis
onderwijseenheid 05 Midterm I
onderwijseenheid 06 Publieksbereik en leren
onderwijseenheid 07 Toegankelijkheid en beheren
onderwijseenheid 08 Keuzemodule verdieping erfgoed (Erfgoedfestival)
onderwijseenheid 09 Samen verhalen maken
onderwijseenheid 10 Ontwikkelportfolio

Eindtermen in onderwijseenheden

In jaar 1 komen alle eindtermen aan bod, maar natuurlijk niet allemaal al meteen op eindniveau. De grijze blokken geven aan welke eindtermen in welke onderwijseenheid terugkomen.

  1. Heeft brede, geïntegreerde kennis en begrip van het proces en de praktijk van erfgoedvorming in heden en verleden in diverse maatschappelijke contexten.
  2. Kan vanuit de rol van erfgoedprofessional relevante en actuele onderzoeksmethoden, materialen, systemen, procedures, technieken, wetten en codes identificeren, toepassen en/of gebruiken in erfgoedprocessen en erfgoedproducten.
  3. Kent het brede erfgoedperspectief en de grenzen van de eigen professie, kan in samenwerkingsverbanden zijn of haar toegevoegde waarde laten zien en weet effectief advies in te winnen bij collega-professionals.
  4. Onderkent en analyseert complexe vraagstukken in het actuele en toekomstige erfgoeddomein, toont leiderschap en positioneert zich als een maatschappijgerichte, oplossingsgerichte en erfgoedwijze professional.
  5. Identificeert, verzamelt en analyseert relevante gegevens om op tactische, strategische en creatieve wijze erfgoedvraagstukken op te pakken.
  6. Zoekt samenwerkingen en verbindingen met specialisten en niet-specialisten, met oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en vanuit een professionele (communicatieve, omgevingsbewuste, ondernemende en zelf reflectieve) houding.
  7. Ontwikkelt zich door zelfreflectie en zelfbeoordeling van eigen (leer)resultaten.
Delen
 

Programmaoverzicht

 

Jaarplanning

 

Studielast

 

Toetsoverzicht

 

Lestijden